Niet voor brune boon’n
Bruun schreef een mooie column over de Buurttaofel, waar het goed toeven en heel goed eten is.
Nee, dat deed Bartje niet, las Alies ons, met veel gevoel voor het ventje, voor.
Vervolgens gaf ze ons royaal de tijd om het wel te doen. Bidden dus. Er stond per slot van rekening niet alleen méér op tafel, maar ook op het programma. Het driegangen menu van de Buurttafel was uitgebreid met Drentse “prakkies en toetjes” waar Andries Middelbos ons op trakteerde.
Hij vertrok al lang geleden uit Drijber en sprak jarenlang “Hooghaarlemmerdijks” voor groepen studenten in de Randstad en Hoogeveen. Maar was gelukkig de Drijberse variant van het Drentse dialect niet vergeten. En ook z’n jeugd in het dorp niet. Hij kan daar op een “schilderachtige” manier zonder verf maar met verve over vertellen. (Net zoals over zijn naamgenoot, die wel kan schilderen, maar niet met woorden.)
Wanneer je toen op zaterdag als laatste aan de beurt was voor “de tobbe”, kwam je er geheid smeriger uit dan je er in ging. En wanneer er die dag “Stip in ’t gat” op tafel had gestaan, nou, dan was je weekend wel goed bedorven. (Voor de moderne “hypersensitieven” onder ons: Het is niet de bedoeling dat je de kok van deze ouderwetse eenpansmaaltijd alsnog veroordeeld wilt zien wegens ongewenst grensoverschrijdend gedrag.)
Mocht je sommige van deze woorden wat moeilijk vinden dan kun je het nu volgende rijtje Drentse scheldwoorden misschien beter overslaan: Leperd, Gladjakker, Mieghummel, Rèerbek, Siepdeuse, Koenavvel, Pieneköttel, Joelebalk!
Ik bedoel er niets mee, maar Andries zong er prachtige liedjes over en van zijn anekdotes hebben we (44 personen!) gesmuld. Evenals van het rijk gevulde en gevarieerde Drentse Bruune boon’n buffet.
Ook zonder Bartje’s gebed: Hartelijk dank!
Bruun
(foto’s van Jan-Willem)





