Rijdend langs het spoor
Rijdend langs het spoor, richting Hoogeveen, komt de vraag van een van onze jongste kleinkinderen: “Is dat niet gevaarlijk?”
En daarmee wordt niet het passeren van de spoorwegovergang bedoeld. Maar het nest op een van de palen van de bovenleiding. Dan schieten me (met excuses voor het groffe, maar het overkomt me dan gewoon) onmiddellijk twee dingen door het hoofd. Allereerst dat een ooievaar na een schok van vijftienhonderd volt waarschijnlijk nog kaler is dan een diepvrieskip van de Iglo. En mocht het beest onder de trein komen, dan is Donald Duck in zijn tijdschrift vermoedelijk niet veel platter.
Maar als antwoord zeg ik: “Nee hoor, alleen zijn naam verandert. Drie keer raden.”
Ook de derde keer raadt hij niet dat ik “Dooievaar” ga zeggen.
Ik raad wel dat dit taalspelletje tot in de winkelstraat gaat duren:
Van een beeldschone “Mooievaar” via een extraatje voor de “Fooievaar” tot een clowneske “Ooieraar” dus. En een mus in Moskou is een rus.
’s Avonds bij de koffie dringt tot me door, hoe respectloos we over deze fraaie, flexwerkende vogel gesproken hebben. Die verdient beter en zou in ieder geval meer moeten verdienen. Per baby opgetrommeld worden is immers heel ongeregeld werk en voor oproepkrachten geen garantie voor een fatsoenlijk in- en onderkomen! Met wat takken en snavels vol mest om de boel een beetje aan elkaar te plakken red je je maar. Op een hoge paal. In weer en wind.
Dit alles, samen met hun mooie zweefvluchten op de thermiek en de intercontinentale trekvogelreis naar Afrika, doet me opeens aan hun koffer- en pakjescollega’s bij de K.L.M. en op Schiphol denken. Om wereldwijd te kunnen concurreren vinden hun bazen (met salarissen van 900.000 Euro exclusief bonus) dat voor een ander het minimumloon ruim voldoende is om van rond te komen (of nog minder, wanneer je, net zoals sommige ooievaars, arbeidsimmigrant bent en overgeleverd aan huisjesmelkers).
Waarom deze column?
Uit medelijden met een van de Drijberse ooievaar stelletjes en uit verbazing over het nieuws uit eigen land. De verbazing zullen jullie begrijpen en het medelijden wordt duidelijk wanneer je de foto ziet van een van de rotte steunpalen van de broedplaats langs het Leekie. Met een omgewaaid nest kleine dooievaartjes willen we de krant niet halen. Toch?
Bruun
(wil dit najaar wel helpen met een nieuwe steunpaal)
